Toekomstvisie
1.
Museumboerderij. Hoofdgebouw de boerderij. Totale oppervlakte 272 m². De benedenverdieping zal gebruikt worden voor expositie, keuken en toiletgelegenheid. De woonkamer tot bepaald niveau in originele staat terug brengen. Balkenzolder, gebinten, schouw, wieme, spindekast, paneeldeuren enz. Van de naburige boerderij van ‘n Ekkel, die door de nieuwe bewoners op de nominatie voor afbraak is gezet, zijn materialen aan ons museum toegezegd. Het is nog de vraag of de bovenverdieping voor publiek zal worden opengesteld of dat deze zal dienen als opslag? Berging met buitentoilet 8,45 x 6 meter (51 m²)
2.
Glazen verbindingssluis. Een nieuw te bouwen (met gebruikte materialen) ontvangst/presentatieruimte met daaronder een archiefkelder zou middels een transparante sluis met de boerderij verbonden kunnen worden. De breedte van de sluis zou circa 3 meter moeten zijn.
3.
Ontvangst/presentatieruimte. Voor ontvangst/presentatieruimte zou een in de buurt (Duits grondgebied) staande vakwerkschuur kunnen dienen. Deze voormalige schapenstal heb ik in het verleden al eens samen ingemeten met wijlen streekkenner drs. Everhard Jans uit Almelo. Van deze inmeting is een hele mooie kaart met maten enz. gemaakt door de heer Jans met tevens een mogelijk toekomstig gebruik. De afmetingen van deze schuur zijn 13,70 x 9,50 meter (129 m²). Onder deze ruimte zal dan een geconditioneerde archiefkelder kunnen worden gemaakt.
4.
Wagenschuur/expositieruimte. De aanwezige voormalige ingerichte varkensschuur zal gaan dienen als authentieke wagenschuur met daarin wagens en gereedschappen zoals deze in onze streek vroeger gebruikt werden. Het oude gebintwerk is nog aanwezig. Het achterste gedeelte, zonder authentiek gebintwerk, zal gebruikt worden als expositieruimte over de voormalige Joodse werkkampen Balderhaar en Kloosterhaar. Afmeting 171 m².
5.
Bijenstal. Door de vroegere aanwezige heidevelden was de bijenhouderij een belangrijke neveninkomst. Dit willen wij terug laten komen bij ons streekmuseum. Een plaatselijke iemker zal zorgen voor een aantal korven en educatie. Daarbij moeten wij ook zorgen dat het erf aantrekkelijk voor de bijen zal zijn. Afmeting 2 x 6 meter.
6.
Leilindes. Voor de boerderij zullen als vanouds lindebomen geplant worden. Aantrekkelijk voor de bijen en het houd het directe en schadelijke zonlicht uit de voorkamer.
7.
Waterput. De oude waterput voor de boerderij, die deels nog aanwezig moet zijn in de bodem, zal worden uitgegraven en weer worden opgebouwd compleet met ‘puthaal’.
8.
Boekweitakker. Het plan is ook om een aantal akkers aan te leggen met oude gewassen. Boekweit was vroeger een belangrijk gewas in onze streek. Het is tevens een waardevolle plant voor de bijen.
9.
Spurrieakker. Naast boekweit zal ook spurrie verbouwd worden. Het werd vroeger op de arme zandgronden veel verbouwd als veevoer. Het is een bleekgroene plant van 5-70 cm hoog.
10.
Speltakker. Ook een idee is het om spelt te gaan verbouwen. Spelt wordt beschouwd als een primitievere variant van de gewon tarwe. Het is een graansoort die sinds ongeveer 5000 v.Chr. verbouwd wordt.
11.
Smederij. Het eerste plan was om in de wagenschuur een smederij te maken. Omdat nog niet duidelijk is hoe het dak van de wagenschuur uitgevoerd zal worden en om brandgevaar te voorkomen ontstond het idee om de smederij vrij van de andere gebouwen gezet zal worden. Wij hebben een uitvoering voor ogen met grote dubbele deuren en ramen in stalen kozijnen. Afmeting circa 6 x 4,5 meter. (27 m²)
12.
Moestuin. Op een boerenerf hoort een moestuin. Het plan is om kruiden en oude groenten te gaan verbouwen. Deze kunnen mogelijk bij een activiteit bij de boerderij gebruikt worden.
13.
Veldoven. In 1450 begon prior Jacob van Dordrecht op Balderhaar met het bakken van kloostermoppen ten behoeve van de bouw van het Cisterciënzerklooster Sibculo. De bakoven heeft zeer waarschijnlijk op het erf van ons museum gestaan. Volgens overlevering en archiefstukken blijkt e.e.a. Tevens bevindt zich hier in de bodem de roodbakkende klei. Om deze belangrijke geschiedenis als een van de speerpunten te maken willen wij op de plek van de voormalige bakoven weer iets opbouwen dat uiting en informatie geeft aan deze baksteengeschiedenis.
14.
Wandelpad. Om het museum meer beleving van het erf te geven gaan wij een rondgaande route over het erf aanleggen. Hierbij zullen alle onderdelen aangedaan worden.
15.
Valhekken. Het wandelpad zal door authentieke eiken valhekken begaanbaar blijven. Grazend vee zoals schapen en Schotse Hooglanders zullen hierdoor toch veilig op hun afgebakende terrein blijven.
16.
Schotse Hooglanders. Voor het natuurbeheer van het Ankerterrein worden Schotse Hooglanders ingezet. Hooglanders voeden zich met opslag van bomen en planten die veel andere rundersoorten links laten liggen. Daarnaast zorgen zij met hun uiterlijk voor een prachtige natuurlijke verschijning. Samen met Stal Ravenhorst, eigenaar van de runderen, willen wij aandacht geven aan dit prachtig (oer) rundsoort en deze promoten.
17.
Uitkijkpunt voormalige luchtwachttoren. De wandelroute loopt ook deels over het Ankerterrein. De route gaat hier naar het nieuw te realiseren uitkijkpunt over de Ankerplas. Dit uitkijkpunt zal worden samengesteld uit materialen van de voormalige luchtwachttoren die hier van 1952 t/m 1964 gestaan heeft ten tijde van de Koude Oorlog. Bij dit uitkijkpunt vindt men ook alle informatie over deze voormalige luchtwachttoren. Niet zo ver van dit punt bevind zich ook het monument ter nagedachtenis aan het Joodse werkkamp Balderhaar.