Herinneringen van Henk Luisman (90 jr) uit Veenendaal aan zijn Kloosterhaarse periode 1938-1947.
Zo nu en dan heb ik contact met Henk en ik heb hem eens gevraagd zijn herinneringen aan Kloosterhaar op papier te zetten. Henk heeft hieraan gehoor gegeven en hierbij zijn verhaal; Doordat de vader van Henk als kantinebeheerder van het nieuw gebouwde Werkkamp Kloosterhaar was benoemd verhuisde het gezin Luisman in mei 1938 vanuit Hardenberg naar Kloosterhaar. Het gezin bestond uit vader Jan Hendrik, moeder Geertruida Vugteveen en twee kinderen Henk en Bernhard. Als kampbeheerder fungeerde op dat moment de heer Cornelis Abspoel die vanuit een vorig werkkamp “Het Putven” uit Chaam naar hier was overgeplaatst. Henk was op dat moment 8 jaar. Zij kwamen te wonen in een nieuw houten huis dat stond op de plek waar nu van den Heuvel aan de Dorpsstraat woont. De achterzijde van hun perceel grensde aan het terrein van het werkkamp Kloosterhaar. De eerste ‘bewoners’ van het kamp waren 96 werkloze Amsterdammers die hier tewerk werden gesteld in de ontginning van de woeste gronden zodat er bruikbare landbouwgrond van gemaakt werd. Een keer in de veertien dagen mochten ze met verlof naar huis. In de weekenden dat ze in het kamp waren er vaak optredens van soms ook bekende artiesten. Hier kwam eind 1939 door de Mobilisatie een eind aan. De gemobiliseerde militairen kregen onderdak in het werkkamp. Op 10 mei 1940 was de Duitse overmacht te groot en werden de meesten gevangengenomen. Nadien werd het nog weer een tijdje als werklozenkamp gebruikt. Op 10 juli 1942 kwamen hier zgn. werkloze Joodse mannen uit Groningen die vervolgens op 3 oktober van hetzelfde jaar via doorgangskamp Westerbork naar de vernietigingskampen werden gedeporteerd. Na deze ‘zwarte geschiedenis’ werd het werkkamp een evacuatiekamp en deed dienst als opvangkamp voor gezinnen waarvan de vader of in de oorlog was omgekomen of zeevarende was en door de oorlogshandelingen niet naar Nederland terug konden keren. Henk herinnert uit die tijd nog één familie nl. de familie Romijn.
In 1947 gingen wij weer weg van Kloosterhaar omdat mijn vader kampbeheerder werd in Steenwijk. De woning werd de dokterspraktijk van dokter de Boer.